Hij is drie jaar en enorm onder de indruk van het Kerstverhaal. Wij hebben het plaatjesboek al twee keer helemaal uit.
“Zullen wij spelen, beppe?”, zegt hij, “dan ben jij Jozef en ik ben Maria, die heeft een doek om haar hoofd”.  De theedoek wordt een hoofddoek en hij duwt een beer onder zijn trui.
“Het kindje komt al gauw”, zegt hij, met zijn buik vooruit, “dat kun je zo wel zien.”
Een klein stoeltje wordt een ezel en dan begint onze reis naar Bethlehem.
Ik loop naast Maria, een plastic tas met eten en kleren in mijn hand. “Geef mij de tas maar”, zegt hij, “die kan ook nog wel op de ezel”. Natuurlijk is de herberg vol en zo komen wij in een stal terecht. Midden in de nacht komt de beer onder de trui vandaan en wij wikkelen het kindje liefdevol in een dekentje.
“Nu moeten de herders komen”, zegt hij. Ik zie meteen mijn dubbelrol.
“Ik ga even een boodschap doen, Maria”, zeg ik. Met een tafelkleed om mijn schouders en de paraplu in de hand kom ik terug als herder. Vol verwondering kniel ik bij het kindje.
Zijn ogen schitteren.
“Nog een keertje, beppe?”

Bron onbekend.  Beppe  =  oma    Ingezonden door Bouwe van der Meulen