Interview

Interview ds. Willemien Lammers

Vanwege alle stapels verhuisdozen in de kamer is Willemien bij óns gekomen voor het interview. Ze woont nu in een huurwoning op, zo zegt ze, een prachtig plekje. Een fijn wandelgebied, heerlijk om met de hond te lopen. Ze is op zoek naar een eigen woning en ze is blij dat er veel mensen actief meekijken.

Er is al veel bekend over Willemien vanwege de gegevens in het maart/aprilnummer van Kerkpad. Vandaar dat we het nu in een iets andere stijl doen.

Wou je altijd al predikant worden?
Ja, ik heb meteen voor theologie gekozen. Ik kom uit een kerkelijk nest. Als kind van 4 doopte ik al een pop. Mijn moeder zei: Je had een vroege roeping.

Waarom koos je voor Dinxperlo? Heb je familie in de Achterhoek?
De naam Lammers komt hier veel voor.
Ik stond al acht jaar in Wieringerwerf en ik keek zo langzaam eens om me heen. Een vriend en collega had me een tip gegeven dat hij zo’n mooie advertentie van Dinxperlo had gelezen. Daarom solliciteerde ik.
Er was meteen een goede klik met de beroepingscommissie. Er zijn in deze tijd veel kerken in nood. Daar worden mensen somber van. Maar er gaat ook veel goed. Dat kun je hier in Dinxperlo goed zien. Ik wil graag zien wat er wel goed gaat en dat versterken. Kennismaken met organisaties en mensen in het dorp. Mijn mening is kerk zijn in het dorp en voor het dorp.
Wat familie betreft, mijn opa woonde in Aalten, mijn vader woont in een verpleeghuis in Zelhem en ik heb een broer in Arnhem.

Waarom ging je naar Dietikon in Zwitserland?
Ik heb 10 jaar in Raalte gewerkt en was toen 38 jaar. Dietikon ligt net onder Zürich, en dat leek me wel wat. Dus gesolliciteerd en Züridütsch geleerd. Elke kanton heeft zijn eigen dialect.
Na 10 jaar kun je in Zwitserland pas een pas aanvragen. Dat werd moeilijk, want Geert Wilders had net uitgevonden dat je maar één nationaliteit in je pas mocht hebben staan. Dan kon je de Nederlandse pas inleveren. Ik was toen 48. Mijn ouders werden ouder en het was toch iedere keer weer 700 km rijden. Dus werd ik predikant in Nederland, in Wieringerwerf. Dat was een leuke gemeenschap. De mensen in de polder kwamen overal vandaan. Ze hadden een eigen sfeer en cultuur.
Daar kreeg ik corona. Met de hulp van een ergotherapeut ben ik goed opgeknapt. Onderhand ben ik nu 56 en soms moet je je dan aansluiten bij de woorden van paus Johannes Paulus 23: “God, dit is Uw kerk. Ik ga nu slapen”. Een goeie instelling.

Heb je specifieke plannen voor Dinxperlo?
Samen met mensen iets puzzelen en uitvogelen. Kerkzijn is teamsport. Het jaarthema vanaf september is: Laat je verrassen door de Heilige Geest. Dat verrassen ligt me wel.

Gebruiken predikanten wel eens ‘AI’? (Artificial Intelligence)
Preken uit de computer? Dat valt vies tegen. Het handwerk van de theologie wordt niet zo snel overgenomen. Maar wie weet wat de toekomst brengt. Ik ben er niet bij voorbaat op tegen.

Wat zijn je hobbies?
Mijn hond, de bouvier Runo. Je kunt hier heel gemakkelijk de hond uitlaten in een prachtige natuur. Verder handwerken, haken, borduren, lezen. Ik verveel me nooit.

Hoe ga je op vakantie?
Dit jaar komt er door de verhuizing niets van.
Ik ben gek op kamperen. Als ik preekte in Dietikon had ik de tent en verdere uitrusting al achter in mijn auto. Na de kerkdienst reed ik direct naar de camping in Engelberg. Daar bleef ik tot dinsdagmorgen en kon dan meteen weer aan de slag.

Wat was je leukste, interessantste leesboek?
Ik hou van fantasieboeken. Schrijvers als Tonke Dragt en Terry Pratchett

Hier in Dinxperlo komt het Duits spreken weer helemaal terug. Met het tanken dacht ik, ik ben in Duitsland en bedankte in Zwitser Duits: Merci vielmals!

Dat zeggen wij nu ook.

In opdracht van de kerkenraad:
Tita de Boer en Koos Klunder